zitten
1) (1972) (euf.) voor het raam zitten; in de prostitutie werken. • Af en toe liet ze de vrouwen in het café vragen, of ik bij haar wilde komen, als ze ‘zat’. (Hermine Heijermans: Nog meer minnaars en vele lichte vrouwen. 1972) • Wat is er in godsnaam met die man, dat de vrouwen zo laveloos zijn, dat ze voor hem ‘...