Wat is de betekenis van zitbad?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zitbad

zitbad - Zelfstandignaamwoord 1. korte badkuip waarin men zittend plaatsneemt Er was een tweede, kleinere badkamer met een zitbad erin. Woordherkomst samenstelling van zit(werkwoord) en bad

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

zitbad

zitbad - Badkuipen die zijn ontworpen om iemand in een zittende houding te ondersteunen, zodat men slechts tot en met de heupen in het water zit. Wordt vaak gebruikt voor therapeutische behandelingen.

2024-04-25
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Zitbad

het onderlichaam onderdompelen in water, zodat het onderlijf ongeveer tot de nierstreek en de bovenste helft van de dij in het water komt. Men kan hiervoor iedere metalen of houten kuip nemen, die groot genoeg is, maar er zijn ook speciale zitbadkuipen. Een koud z. duurt 6-20 seconden. Men trekt het hemd hoog op, gaat de voorgeschreven tijd in de k...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zitbad

o. (-en), 1. bad dat men al zittende neemt; 2.korte badkuip waarin men zich zittende kan baden en wassen; — bidet.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zitbad

o. zitbaden (bad, dat niet liggend, maar zittend genomen wordt; ook: de [korte] badkuip zelf).

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zitbad

→ Hydrotherapie.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zitbad

('zid) o. (-en) 1. Eig. bad dat men zittend neemt. 2. Metn. badkuip daarvoor.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zitbad

o. (-en), 1. bad dat men al zittend neemt; 2. korte badkuip waarin men zich zittend kan baden en wassen; bidet (→bad).