zinnen
zinnen - Werkwoord 1. (inerg) de gedachten ergens over laten gaan ♢ Hij zon op wraak. 2. (onpr) in de smaak vallen ♢ Dat zinde hem helemaal niet. zinnen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zin
Nederlandstalige WikiWoordenboek
zinnen - Werkwoord 1. (inerg) de gedachten ergens over laten gaan ♢ Hij zon op wraak. 2. (onpr) in de smaak vallen ♢ Dat zinde hem helemaal niet. zinnen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zin
Nederlands woordenboek voor onderwijs
zinnen - regelmatig werkwoord uitspraak: zin-nen 1. in de smaak vallen, gewaardeerd worden ♢ het zint me niet dat jij altijd te laat bent 2. in gedachten ergens naar streven ♢ Max zint op wraak...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg: Vloeken, een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie (SDU, 2001).
In de historische eedformule bij Gods zinnen worden God en zijn zintuigen tot getuigen aangeroepen dat men de waarheid spreekt. Het ijdel gebruik van die eedformule maakt haar tot vloek, die, om anderen niet te kwetsen, verbasterd en dus afgezwakt kon worden. In de Middeleeuwen noteerde ik op mijn vijf zinnen. De formule...
Nederlands woordenboek (7e druk)
(zon, heeft gezonnen), 1. zijn gedachten en streven richten (op), peinzen over: op wraak zinnen; 2.(spr.) men kan zijn kinders wél minnen, maar niet zinnen, niet hun zin vormen.
25 delen, uitgegeven 1933-1939. Uitgeverij Joost van den Vondel te Amsterdam.
1° de lagere, stoffelijke of organische (→ Zintuigen) kenvermogens (→ Kennen; Vermogen), waardoor het levend wezen zich bewust wordt van de buitenwereld (→ Kenbronnen) en de indrukken daarvan (→ Kenbeeld) in zich kan opnemen en verwerken. Het Aristotelisme onderscheidt vijf uitwendige z. (gezicht, gehoor, reuk, smaak, gevoel...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
ZINNEN, (zon, heeft gezonnen), peinzen, overdenken : op wraak zinnen; — (spr.) men kan zijne kinders wel minnen, maar niet zinnen, hun zin vormen. *
Gerelateerde zoekopdrachten