Wat is de betekenis van zinnen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zinnen

zinnen - Werkwoord 1. (inerg) de gedachten ergens over laten gaan Hij zon op wraak. 2. (onpr) in de smaak vallen Dat zinde hem helemaal niet. zinnen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zin

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zinnen

zinnen - regelmatig werkwoord uitspraak: zin-nen 1. in de smaak vallen, gewaardeerd worden ♢ het zint me niet dat jij altijd te laat bent 2. in gedachten ergens naar streven ♢ Max zint op wraak...

2024-04-19
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

zinnen

In de historische eedformule bij Gods zinnen worden God en zijn zintuigen tot getuigen aangeroepen dat men de waarheid spreekt. Het ijdel gebruik van die eedformule maakt haar tot vloek, die, om anderen niet te kwetsen, verbasterd en dus afgezwakt kon worden. In de Middeleeuwen noteerde ik op mijn vijf zinnen. De formule...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zinnen

v.; ergens op —, earne op briede.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zinnen

(zon, heeft gezonnen), 1. zijn gedachten en streven richten (op), peinzen over: op wraak zinnen; 2.(spr.) men kan zijn kinders wél minnen, maar niet zinnen, niet hun zin vormen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zinnen

zon, h. gezonnen (peinzen, denken): hij zat op wraak te zinnen; verg. bezinnen.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zinnen

1° de lagere, stoffelijke of organische (→ Zintuigen) kenvermogens (→ Kennen; Vermogen), waardoor het levend wezen zich bewust wordt van de buitenwereld (→ Kenbronnen) en de indrukken daarvan (→ Kenbeeld) in zich kan opnemen en verwerken. Het Aristotelisme onderscheidt vijf uitwendige z. (gezicht, gehoor, reuk, smaak, gevoel...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zinnen

('zinnən) (zon, heeft gezonnen) 1. W.g. met inspanning denken, peinzen: ik zal er eens over -; op wraak -. Syn. → bedenken. 2. iemands zin vormen: men kan zijn kinders wel minnen, maar met -.