zijig
(1949) (inf.) halfzacht. Syn.: zijden*. • Je hebt onder de sociaal-democraten ook flinke jongens! Het zijn niet allemaal moegeworden revolutionnairen. Maar de meeste zijn me toch te zijig en de vloek van de arbeidersbeweging zetelt in de Franse Laan: Henri Polak is de doodgraver van alle daadwerkelijke actie! (Willem van Iependaal: Vaste koers...