Wat is de betekenis van ziener?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ziener

man die visioenen heeft. man die door bijzondere gaven of door tussenkomst van hogere of goddelijke machten in het bovennatuurlijke of in de toekomst kan kijken; man die visioenen heeft. Voorbeelden: Men vermoedt dat de voorstelling van het duizendjarig rijk vanuit Babylonië of Perzië terecht is gekomen in het Oude Testamen...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ziener

(19e eeuw) (Barg.) politieagent. • Ziener, (spreek chiner), (barg.), veldwachter of politieagent. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 20...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ziener

ziener - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die visioenen heeft, iemand die zegt in de toekomst te kunnen kijken Wat zich voor het oog van de ziener Johannes openbaart in het beeld van de glazen zee verscheen voor de poëtische blik van Novalis als de stad van Arktur. Woordherkomst Naam...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ziener

ziener - zelfstandig naamwoord uitspraak: zie-ner 1. iemand die visioenen heeft ♢ de ziener zag in een visioen hoe zijn toekomst eruit zou gaan zien Zelfstandig naamwoord: zie-ner de ziener ...

2024-04-20
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Ziener

zie Profeet. De ziener van Patmos wordt de H. Joannes Apostel genoemd, die op het eiland Patmos de → Apocalyps schouwde en schreef.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ziener

m. (-s), iem. die ziet, alleen in bijz. bet.: profeet, voorzegger ; iem. die visioenen heeft.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ziener

m. zieners (fig. profeet): de ziener van Pathmos, de Evangelist Joannes; Da Costa, de dichter-ziener.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ziener

➝ Profeet.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ziener

('zi:nɘr) m. (-s) 1. Algm. hij die ziet inz. in de toekomst, profeet, voorzegger ; de van Patmos, St. Jan de Evangelist. 2. Inz. hij die vizioenen heeft.