Wat is de betekenis van ziegezagen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ziegezagen

ziegezagen - Werkwoord 1. (inerg) lallen, tot vervelens toe lelijk zingen Stemmengeraas uit schor-rauwe kelen raspte door 't herbergske en in een hoek ziegezaagde een metser, nog drie kwart tut van gisteren, een dom zeever-vooiske, dat z'in al de danszalen afgedraaid hadden, met de laatste kermis.<...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ziegezagen

(ziegezaagde, heeft geziegezaagd), 1.vervelend krassen op een viool; 2. vervelend praten, temen, zeuren (over iets).

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ziegezagen

ziegezaagde, h. geziegezaagd (krassen op een viool; fig. zeuren).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ziegezagen

(ziegezaagde, heeft geziegezaagd) [Redupl. van zagen] 1. op een viool krassen. 2. vervelend praten, zaniken, zeuren: lig daar niet langer over te -.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZIEGEZAGEN

ZIEGEZAGEN, (ziegezaagde, heeft geziegezaagd), vervelend krassen op eene viool; (fig.) vervelend praten, temen, zeuren.