ziegezagen
ziegezagen - Werkwoord 1. (inerg) lallen, tot vervelens toe lelijk zingen ♢ Stemmengeraas uit schor-rauwe kelen raspte door 't herbergske en in een hoek ziegezaagde een metser, nog drie kwart tut van gisteren, een dom zeever-vooiske, dat z'in al de danszalen afgedraaid hadden, met de laatste kermis.<...