zichzelf opblazen
(1989) (wielr.) instorten, bezwijken door vermoeidheid; de pedalen niet meer rond krijgen. Syn.: blokkeren*, de lucht* invliegen. Engels: to blow up. Als kopman kan men ook zijn manschappen opblazen door te lang een hoog tempo aan te houden. • De frustraties moesten er af, maar ik reed op een tamelijk rottig moment lek. Net onderin een col. Ik...