zichzelf
zichzelf - Wederkerend voornaamwoord 1. derde persoon enkelvoud en meervoud, versterkte vorm van zich ♢ Hij bekeek zichzelf in de spiegel. 2. tweede persoon enkelvoud en meervoud beleefdheidsvorm, versterkte vorm van zich ♢ Heeft u zichzelf wel eens in de spi...