Wat is de betekenis van ZICHTBAAR?

zichtbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. waarneembaar voor het oog Woordherkomst afgeleid van zicht met het achtervoegsel -baar. Antoniemen onzichtbaar, niet-zichtbaar Verwante begrippen hoorbaar, kijken, licht, oog, waarneembaar, zien

zichtbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: zicht-baar 1. wat je kunt zien ♢ de top van de berg is nu zichtbaar 1. hij is zichtbaar gelukkig [je kunt zien dat hij dat is] ...

Duidelijk. Een bewindspersoon kondigt aan dat in een binnenkort te verschijnen nota ‘enige beleidsvoornemens zichtbaar zullen worden gemaakt die aantonen dat het kabinet ernst maakt met de aanpak van …’.

M. betr. t. woningen e.d.: te bezichtigen, te zien. (Gall., ter vert. van fr. visible). Patio’s ... . Nu zichtbaar in ruwbouw, Gent 19/8/1976, p. 2.

adj. & adv., sichtber, sjenber, iepenbier, yn ’t oansicht, yn ’t oansjen; het is erg —, it eaget, it jowt each; voor iedereen —, gapsk.

...

bn. bw. (-der, -st), 1. gezien kunnende worden, waarneembaar (te onderscheiden) voor de ogen : de lucht is niet zichtbaar; zonder licht is niets zichtbaar; de infusoriën zijn nauwelijks zichtbaar; (mijnb.) die ader bevat zichtbaar goud; — (rechtst.) erfdienstbaarheden zijn zichtbaar of onzichtbaar, naarmate van haar bestaan...

bn., bw.; zichtbaarder, zichtbaarst (gezien kunnende worden; blijkbaar): een zichtbare maaneclips, waarneembaar; door de mist niet zichtbaar, te zien; zichtbaar verouderd, zienderogen.

bn. en bw. (-der, -st) 1. gezien kunnende worden, waarneembaar: een ...bare zonsverduistering; de...bare Kerk van Kristus. 2. duidelijk, blijkbaar: een verschil; hij is ouder geworden.