Wat is de betekenis van zich een kriek lachen?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zich een kriek lachen

heel erg lachen. Voorbeelden: Janet besloot over te steken, maar net op dat moment kwam er een politieagent om de hoek gelopen, die op zijn fluitje blies, haar bij zich riep en haar een bekeuring gaf wegens door rood lopen. Helena lachte zich een kriek. Janet was zich een hoedje geschrokken. Douglas Coupland, Alle families zijn psy...

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zich een kriek lachen

(19e eeuw) (inf.) heel hard lachen. Kriek kan hier ofwel bult of bochel zijn, maar kan ook een verbastering zijn van koliek. Vgl. zich een bult lachen. Syn.: zich een aap* lachen; zich het appelepap* lachen; zich de ballen* uit de broek lachen; zich de beris* lachen; zich het gompes* lachen; zich de kanker* lachen; zich de kankertyfus* lachen; om j...

2024-04-19
Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

zich een kriek lachen

‘Ik lach mij om u een kriek, Heer López, 't is te zeggen: een van die krieken die u, zoals u schrijft, zo graag met grote heren eten wilt en waarvan genoemde heren, zoals u al vreesde, u de pitten in het gezicht spugen.’ (Mandarijnen op zwavelzuur, Amsterdam 1969, blz. 221) In weerwil van bovenstaande regels, geschreven door...