zetel, in een
(de) - zonder veel inspanning, makkelijk, dankzij de hulp van ploeggenoten, syn. in een fauteuil: hij kwam over de finish, won in een zetel, hij won zonder veel moeite; toen de sprint begon zat hij in een zetel, in een voordelige positie gebracht dankzij het (zware sleur)werk van ploeggenoten; de kopman in een zetel zetten, de kopman naar een gunst...