Wat is de betekenis van zemmel, zemel, zemmer?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zemmel, zemel, zemmer

(1999) (< Marokkaans) (straattaal) homoseksuele man. Vaak als scheldwoord: klootzak. Populair onder rappers. Syn.: badpak*; battyboy*; kersenlikker*. • Straattaal kan behoorlijk heftig of agressief zijn. Er wordt flink in gescholden, tenminste, als je de woorden letterlijk opvat. Een meisje is snel een motjo (‘hoer’) en een jong...