Wat is de betekenis van zemelknopen?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zemelknopen

(16e eeuw) (inf.) onnuttige dingen doen, beuzelen, haarkloven, zeuren, zaniken. • Seemelknóópe, zaniken, vroom leuteren, met een inslag van schijnheiligheid. (S. Keyser: Het Tessels. Inleiding, vocabulaire en teksten. 1951) • zeemelknôôpe, ww. zemelknopen, muggeziften; zeuren. (A.P.M. Lafeber: Het dialect van Go...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zemelknopen

zemelknopen - Werkwoord 1. (inerg) eindeloos zeurend en zanikend doorpraten [...]; daar 's niets dat mij zóo stuit<br>Als 't wit gepleisterd front van deugd die niets beduidt,<br>Bij vroomheidsventers, wier schijnheilig zemelknopen<br>Er steeds op uit is eer en titelen te koopen<...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zemelknopen

(zemelknoopte, heeft gezemelknoopt), (gemeenz.) muggenziften, zeuren, zaniken.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zemelknopen

zemelknoopte, h. gezemelknoopt (muggenziften, kinderachtig vitten; zaniken).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zemelknopen

(zemelknoopte, heeft gezemelknoopt) op alles vitten, muggenziften, zaniken, zeuren.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zemelknopen

(zemelknoopte, heeft gezemelknoopt), muggeziften, zeuren, zaniken.