Wat is de betekenis van ZELFZUCHT?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zelfzucht

zelfzucht - Zelfstandignaamwoord 1. sterke zucht om naar het naar eigen gewin te streven Woordherkomst samenstelling van zelf en zucht Synoniemen baatzucht, egoïsme, eigenbaat Verwante begrippen baat, ego, eigen

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zelfzucht

zelfzucht - zelfstandig naamwoord uitspraak: zelf-zucht ... nog niet ingevuld ... Zelfstandig naamwoord: zelf-zucht de zelfzucht

2024-04-23
Lexicon van de Yoga

Helen Knopper (1976)

ZELFZUCHT

het volkomen opgaan in de eigen belangen en de belangen van anderen terugbuigen naar de eigen Ego-begeertes. Op de weg naar Zelfrealisatie is het een eerste gebod edelmoedigheid en belangeloosheid te kweken jegens de medemens. Zelfzuchtige mensen weten nooit dat ze zelfzuchtig zijn, net zo min als een verslaafde ooit erkent dat hij verslaafd is. Ze...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zelfzucht

s., selssucht, eigenbilang (it).

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zelfzucht

v., eigenbaat, baatzucht, egoïsme.

2024-04-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zelfzucht

zie Egoïsme.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zelfzucht

v. (eigenbaat, baatzucht, egoïsme).

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zelfzucht

of ongeregelde eigenliefde, zie ➝ Egoisme.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zelfzucht

v. ongeregelde liefde voor zichzelf, eigenbaat, baatzucht, egoïsme: doodt veel edele gevoelens.