Wat is de betekenis van zelfs?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zelfs

zelfs - Bijwoord 1. kondigt een uitspraak aan die een bewering onderstreept Hij heeft zelfs een grote bijdrage daartoe geleverd. Woordherkomst Afgeleid van zelf.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zelfs

zelfs - bijwoord 1. anders dan je zou denken ♢ zelfs in de winter heeft hij het warm Bijwoord: zelfs

2024-03-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

zelfs

aanw. vn., zelf. Ze kapte de bananen en maakte er zelfs gebruik van ( ) (Spalberg 1899: 220). - Etym.: In AN veroud.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zelfs

adv., sels, iens, ienris, iensen, ienmels.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zelfs

bw. ter aanduiding dat het begrip waarmee het verbonden wordt mede in de voorstelling of de voorgestelde zaak begrepen is (bep. tegen de verwachting): zelfs zijn vrienden ontzag hij niet; hij had er zelfs geen vermoeden van; de Spanjaarden vermoordden allen, zelfs de vrouwen brachten zij om ; — wat nog meer is : ik heb hem gezie...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zelfs

bw. (ook, ook nog, bovendien, daarenboven): zelfs de koningin verpleegde de gewonden.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zelfs

bw. 1. ook (nog): zijn vrienden ontzag hij niet. 2. daarenboven: ik heb hem gezien en ondervraagd.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zelfs

bw. ter aanduiding dat het begrip waarmee het verbonden wordt mede in de voorstelling of de voorgestelde zaak begrepen is (tegen de verwachting): — zijn vrienden ontzag hij niet; hij had er — geen vermoeden van.