zelfs
zelfs - Bijwoord 1. kondigt een uitspraak aan die een bewering onderstreept ♢ Hij heeft zelfs een grote bijdrage daartoe geleverd. Woordherkomst Afgeleid van zelf.
Wiktionary (2019)
zelfs - Bijwoord 1. kondigt een uitspraak aan die een bewering onderstreept ♢ Hij heeft zelfs een grote bijdrage daartoe geleverd. Woordherkomst Afgeleid van zelf.
Muiswerk Educatief (2017)
zelfs - bijwoord 1. anders dan je zou denken ♢ zelfs in de winter heeft hij het warm Bijwoord: zelfs
J. van Donselaar (1936)
aanw. vn., zelf. Ze kapte de bananen en maakte er zelfs gebruik van ( ) (Spalberg 1899: 220). - Etym.: In AN veroud.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw. ter aanduiding dat het begrip waarmee het verbonden wordt mede in de voorstelling of de voorgestelde zaak begrepen is (bep. tegen de verwachting): zelfs zijn vrienden ontzag hij niet; hij had er zelfs geen vermoeden van; de Spanjaarden vermoordden allen, zelfs de vrouwen brachten zij om ; — wat nog meer is : ik heb hem gezie...
Jozef Verschueren (1930)
bw. 1. ook (nog): zijn vrienden ontzag hij niet. 2. daarenboven: ik heb hem gezien en ondervraagd.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bw. ter aanduiding dat het begrip waarmee het verbonden wordt mede in de voorstelling of de voorgestelde zaak begrepen is (tegen de verwachting): — zijn vrienden ontzag hij niet; hij had er — geen vermoeden van.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: