zekerlijk
stellig; waarlijk; werkelijk. op een dusdanige manier dat de waarheid of juistheid van het beweerde met nadruk bevestigd wordt; zeker; stellig; beslist; ongetwijfeld; vast; waarlijk, voorwaar; werkelijk; echt. In Bijbels taalgebruik nog wel enigszins gangbaar en in België nog wat gebruikelijker dan in Nederland. Voorbeelden:...