zeggenschap
zeggenschap - Zelfstandignaamwoord 1. het recht om over iets te beslissen ♢ Krijg ik ook nog zeggenschap in deze beslissing? Woordherkomst Afgeleid van zeggen met het achtervoegsel -schap. Verwante begrippen inspraak
Wiktionary (2019)
zeggenschap - Zelfstandignaamwoord 1. het recht om over iets te beslissen ♢ Krijg ik ook nog zeggenschap in deze beslissing? Woordherkomst Afgeleid van zeggen met het achtervoegsel -schap. Verwante begrippen inspraak
Muiswerk Educatief (2017)
zeggenschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: zeg-gen-schap 1. recht om ergens over te beslissen ♢ wij hebben daar geen zeggenschap over Zelfstandig naamwoord: zeg-gen-schap de zeggenschap
ING (2016)
De macht om zodanig invloed uit te oefenen op het financiële en operationele beleid van een entiteit dat daaruit voordeel wordt verkregen.
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
zeggenschap - De invloed die iemand kan uitoefenen op beslissingen die een bedrijf neemt. Een aandeelhouder kan zijn zeggenschap via zijn stemrecht op de aandeelhoudersvergadering uitoefenen; een commissaris heeft zeggenschap uit hoofde van zijn functie.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. g. mv., vermogen of gelegenheid om te zeggen, te bevelen : zeggenschap over iets hebben, krijgen, recht om daaromtrent iets te beschikken of te gelasten; zeggenschap hebben in een aangelegenheid.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (g.mv.), vermogen of gelegenheid om te zeggen, te bevelen: — over iets hebben, krijgen, recht om daaromtrent iets te beschikken of te gelasten.
J.H. van Dale (1898)
ZEGGENSCHAP, v. (gemeenz.) zeggenschap krijgen, wat te zeggen, te bevelen krijgen, invloed verkrijgen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: