Wat is de betekenis van zeemacht?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zeemacht

Het begrip zeemacht heeft 2 verschillende betekenissen: 1) marine. gezamenlijke krijgsmacht van een land of staat bestemd voor de oorlogsvoering ter zee; oorlogsvloot van een staat enz. als geheel; marine. 2) zeemogendheid. land dat of staat die over een grote krijgsmacht ter zee beschikt; zeemogendheid.

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zeemacht

zeemacht - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) (militair) krijgsmacht ter zee 2. zeemogendheid Woordherkomst samenstelling van zee en macht Synoniemen marine

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zeemacht

zeemacht - zelfstandig naamwoord uitspraak: zee-macht 1. macht die ontleend wordt aan het bezit van oorlogsschepen ♢ na mijn keuring werd ik ingedeeld bij de zeemacht Zelfstandig naamwoord: zee-macht de zeemacht...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Zeemacht

Deel van de Belg. krijgsmacht (zie aldaar), speciaal bestemd voor de oorlogvoering ter zee.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Zeemacht

deel van de Belg. → krijgsmacht, speciaal bestemd voor de oorlogvoering ter zee.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeemacht

v., 1. macht ter zee, macht ontleend aan het bezit van een oorlogsvloot, en deze vloot zelf; 2. zeemogendheid.

2024-04-26
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ZEEMACHT

(Eng.: seapower) betekent 1. macht door en over de zee, d.i. wil en vermogen om de zeeweg voor zichzelf te reserveren; 2. macht ter zee, de elementen, waaruit genoemd vermogen is opgebouwd (ligging, transport, wapens); 3. de oorlogsmarine (z marine), als deel van de georganiseerde krijgsmacht. De laatste omschrijving is bij...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeemacht

v. (vloot, marine; ook, zeemogendheid): de Franse zeemacht; Engeland is een zeemacht.