Wat is de betekenis van Zeekoning?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeekoning

m. (-en), 1. zeebarbeel; 2. ben. voor de hoofden der Noorse en Deense zeerovers in de 9de en 10de eeuw, viking.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeekoning

m. zeekoningen (zeebarbeel; in het mv. hoofdlieden der Deense en Noorse zeerovers in de 9e en 10e eeuw; zie viking).

2024-04-20
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Zeekoning

Deensche en Noorsche zeeroovers i/d 9e en 10e eeuw.