Wat is de betekenis van Zedelijkheidswet?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zedelijkheidswet

v. (-ten), wet betr. de openbare zedelijkheid, inz. gemeenzame aanduiding van de desbetreffende aanvulling van het Strafwetboek van Minister Regout.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zedelijkheidswet

v. (wet, betreffende de openbare zedelijkheid).

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Zedelijkheidswet

v. 1911, bevat aanvullingen en wijzigingen v/h Wetboek v. Strafrecht en Strafvordering, ter bestrijding der zedeloosheid.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zedelijkheidswet

v. (-ten) wet betreffende de openbare zedelijkheid.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Zedelijkheidswet

Zedelijkheidswet - Wet van 20 Mei 1911, Stb. 130, tot bestrijding van zedeloosheid. Daarbij werden verschillende wijzigingen en aanvullingen van de Wetboeken van Strafrecht en van Strafvordering aangebracht en verder aan de opsporingsambtenaren ten aanzien der zedelijkheidsdelicten eenige bijzondere bevoegdheden gegeven.