Wat is de betekenis van zebedeus?

1) (1694) (sch.) mannelijk lid. Meermaals aangetroffen in het werk van Salomon van Rusting (Bijt hem de sebedeus af). Ook in het Duitse studentenslang: Zebedäus. Misschien een zinspeling op de bijbelse Zebedeus, de vader van de apostelen Jacobus en Johannes en later in de volkstaal gebruikelijk voor een onnozele hals, een sul. • (C.G.N....

onnozel persoon; sukkel, sul. Vaak ook van toepassing op ‘een onnozele, onbenullige vrouw’; een trut. Men spreekt dan van een sibbedeetje. Ontleend aan een Bijbelse figuur uit het Nieuwe Testament: de vader van de apostelen Jacobus en Johannes. Het verband is niet duidelijk. Mogelijk omdat hij zijn zoons zonder meer met Jezus liet vert...

Schertsende benaming voor het mannelijk lid. Het woord komt al voor in de ‘Volgeestige werken’ (2 delen, 1693-1698) van de dichter Solomon van Rusting. Ook De Vooys signaleert dit eufemisme in zijn ‘Verzamelde Taalkundige opstellen, III’ (1947). Eveneens in de Duitse volkstaal: Zebedaus. Misschien een zinspeling op de bijbelse Zebedeus, de vader va...

[naar een bijbelse persoonsnaam] sukkelaar, tobber; (Z.N.) sul.

tobber

zebedeus - penis; zie voor meer eigennamen ter aanduiding van het mannelijk lid Jan, Sinterklaas e.d. Terwijl Megeer met slimme streken, Haar hant heeft in zijn (Jupiters) broek gesteken Daar zy sijn Zebedeus vont, s. v. RUSTING, Werken 1,47 [1712].

m Vergriekste vorm van Aram. Zabdaj ‘Jahweh heeft geschonken’.Vader van de apostelen Jacobus en Johannes (Matt. 4,21).

vader van de apostelen Jacobus en Johannes; een Zebedeus: een tobber

bijb. persoonsnaam, de vader van de .apostelen Jacobus en Johannes; het is een Zebedeus, een weerloze tobber; (Zuidn.) sul.