Wat is de betekenis van ZANIKACHTIG?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zanikachtig

bn., vaak zanikend.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZANIKACHTIG

ZANIKACHTIG, bn. bw. van zaniken houdende, vaak zanikend.

Gerelateerde zoekopdrachten