Wat is de betekenis van zakkenroller?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zakkenroller

iemand die geld uit de zak steelt. iemand die op behendige wijze en ongemerkt bij iemand iets, met name portemonnees met geld, uit de zak steelt. Voorbeelden: Amper had ze enkele stappen gezet in een drukke winkelstraat of ze botste op een zakkenroller die haar haar portefeuille ontfutselde. De Standaard, 1997 Simons had voor...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zakkenroller

zakkenroller - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die ongemerkt iemands bezittingen, gewoonlijk de portemonnee, van het lijf steelt Op die plaats moet je oppassen voor zakkenrollers. Woordherkomst Samenstellende afleiding van zakken en de stam van rollen met het achtervoegsel...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zakkenroller

zakkenroller - zelfstandig naamwoord uitspraak: zak-ken-rol-ler 1. handig iemand die iets steelt uit je jaszak, je broekzak of je tas ♢ pas op uw spullen: in deze straat zijn zakkenrollers actief Zelfstandig naamwoord: zak-ken-rol-ler ...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zakkenroller

s., bûsehifker, pongeleger.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zakkenroller

m. (-s), beurzensnijder, behendige dief die steelt uit de (jas)zakken van anderen.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zakkenroller

m. zakkenrollers (Barg. roller = dief: beurzensnijder).

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zakkenroller

m. (-s), dief die behendig steelt uit andermans (jas)zakken.