Wat is de betekenis van Zähringen?

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zahringen

Z.-Duits vorstengeslacht; de jongste tak leverde het hertogelijke huis van Baden.

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ZÄHRINGEN

Zuidduits vorstengeslacht, genoemd naar de burcht Zähringen in de Breisgau. De familie stamt af van Berchtold I, hertog van Karinthië (tot 1073) en markgraaf van Verona (gest. 1077). Na zijn dood splitste het Huis zich in twee linies. De oudere staak Zähringen waren rectoren van Bourgondië (West-Zwitserland) en stichtte de stede...

2024-04-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Zähringen

Zähringen, een dorp in het Badensch arrondissement Freiburg, in de voormalige Breisgau, telt omstreeks 1000 inwoners en is merkwaardig wegens de gedeeltelijk bewaard geblevene bouwvallen van den evenzoo genoemden burgt, het stamslot der hertogen von Zähringen. Dit geslacht bezat sedert den aanvang der 10de eeuw een graafschap in de Breisgau. Graaf...

2024-04-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Zahringen

dorp in den badener Bovenrijnkreis, 3 kwartier gaans benoorden Freiburg; 900 inw.; het voormalige kasteel Z., waarnaar het dorp genoemd is, was de residentie der Hertogen van Z., afslammende van Gontram den Rijke, graaf van de Breisgau, die zelf afstamde van Ethico I, hertog van den Elzas in de 7e eeuw. Gontram (gest. omstreeks 930) had twee zonen...