Wat is de betekenis van Zahn?

1. Zahn: Zähne, tand, kies; der Mensch hat 32 Zähne, de mens heeft 32 tanden en kiezen; lange Zähne machen, met lange tanden eten; einen Zahn auf einen haben, een hekel aan iem. hebben; einem auf den Zahn fühlen, iem. a. d. tand voelen. 2. zahn: (bij gebruikt voor zehn) tien.

Ernst (1867), Zwits. romanschrijver, behandelt vnl. de wereld der bergen en brengt goede ontspanningslectuur. Hoofdwerken: Albin Indergand, Lucas Hochstrassers Haus, Die Frauen von Tanno. Theodor von (1838-1933), Duits Prot. Nieuwtestamenticus, hoogl. in Erlangen. Verdedigde de historiciteit van het N.T. en de betrouwbaarheid der oud-kerkelijke ove...

Ernst, Zwitsersch-Duitsch romanschrijver uit de groep der ➝ Heimatkunst. * 24 Jan. 1867 te Zürich. Voorn. werken: Albin Indergand (1901); Die Clari-Marie (1904); Helden des Alltags (1905); Lukas Hochstrassers Haus (1907); Die Frauen von Tanno (1911); Die Liebe des Severin Imboden (1916); Jonas Truttmann (1921). Zelfkeur: Die schönsten Erz...

(tsaan) 1. (Theodor) Duits protestants godgeleerde, ° 1838, ✝ 1933; schreef o. a. Geschichte des neutestamentlichen Kanons; Einleitung in das Neue Testament. 2. (Ernst) Duits schrijver, ° 1867 te Zürich, ✝ 1952; schreef novellen als Helden des Alltags (1906) en romans als Frau Sixta (1926),Der Fahrmann Adrian Risch (1932).

Ernst, Zwitsers Duitstalig schrijver, *24.1.1867 Zürich, ✝12.2.1952 Meggen (bij Luzern). Zahn dreef van 1887—1920 het stationsrestaurant te Göschenen. Hij was een uitstekend verteller. In de eerste decennia van de 20e eeuw werd hij beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de →heimatkunst. Vooral de novellenbundel He...

Zahn. Onder dezen naam vermelden wij: Wilhelm Zahn, een verdienstelijk architect en schilder, geboren te Rodenberg in Hessen den 2lsten Augustus 1800. hij oefende zich in de bouw- en schilderkunst eerst te Cassel, toen in het atelier van Gros te Parijs en sedert 1824 in Italië. De eerste vrucht van zijne studiën was: „Neu entdeckten Wandgemälde in...