zagen
zagen - Werkwoord 1. (ov) in stukken delen door middel van een zaag ♢ Ik moet nog wat hout zagen. 2. (inerg) op vervelende wijze spreken, zeuren ♢ Klagen en zagen, het is voor hem dagelijkse kost. zagen - Werkwoord 1. meervoud verled...
Wiktionary (2019)
zagen - Werkwoord 1. (ov) in stukken delen door middel van een zaag ♢ Ik moet nog wat hout zagen. 2. (inerg) op vervelende wijze spreken, zeuren ♢ Klagen en zagen, het is voor hem dagelijkse kost. zagen - Werkwoord 1. meervoud verled...
Muiswerk Educatief (2017)
zagen - regelmatig werkwoord uitspraak: za-gen 1. in stukken verdelen door met een zaag heen en weer te gaan ♢ hij zaagt een stuk van de plank Regelmatig werkwoord: za-gen ik zaag jij/u...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
zeuren, zaniken Klaag niet altijd. Misschien valt op dit ogenblik nog wat te doen aan je zelfbeeld. Maar je zult aan het werk moeten gaan. Anderen zullen het probleem voor jou niet oplossen omdat je veel zaagt en klaagt. (Luc Swinnen, Te vriendelijk) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 1
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: