zaan
zaan - Zelfstandignaamwoord 1. room. ♢ Kunt u mij de zaan even aangeven?
drs. L.A. Beeloo (1981)
een voormalige veenstroom in Noord-Holland, die vroeger uitkwam in het IJ. Langs de Zaan ontstond een drukke levensmiddelen- en houtindustrie uit de vroeger zo talrijke molens. Hier liggen Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk en Wormerveer.
Walter De Clerck (1981)
Room (van melk), inz. gezegd van het vel op gekookte melk; er ligt een dikke zaan op de melk. (Vgl. du. Sahne). Afl.: zanen, (intrans.) room afscheiden: de melk begint te zanen, (trans.) (melk) afromen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., (gew., Zuidn.) room. ZAANKANTER, m. (-s), bewoner van of iem. afkomstig uit de Zaanstreek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: