Wat is de betekenis van zaag?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zaag

zaag - Zelfstandignaamwoord 1. (gereedschap) een gereedschap met een scherp getand metalen blad om voorwerpen in stukken te verdelen zaag - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zagen ♢ Ik zaag 2. gebiedende wijs van zagen zaag!...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zaag

zaag - zelfstandig naamwoord 1. werktuig met tanden om voorwerpen mee in stukken te verdelen ♢ met een zaag zaagde de timmerman de plank door 1. je moet met een zaag kunnen boren, en met een boor kunnen zagen [i...

2024-03-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Zaag

Zaag - 'een grote zaag opzetten': rijden met een grote versnelling. Vgl. ook mes, slagersmes en molen. Fr. appuyer sur la soucoupe, pousser le grand braquet, tirer la grosse mécanique.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

zaag

(in Vlaanderen) zeurkous; zaniker. ‘Wat een zaag van een vent’. De uitdrukking een zaag spannen betekent: zeuren, zaniken. Komt dien ouwe zaege ook op je verjaerienge? (H.C.M. Ghijsen, Woordenboek der Zeeuwse dialecten, 1964) En als man die twee grote fabrieken uit de grond had gestampt, kon hij allesbehalve een uil genoemd... alleen m...