zaadje
(19e eeuw, vero.) (Vlaanderen, schol.) (knikkerspel) elk der knikkers die de inzet vormen. • (Lodewijk Willem Schuermans: Algemeen Vlaamsch Idioticon. 1865) • Zaadje, knikker in een bepaald knikkerspel, bv. 'zaadjen in 'n ronde', elders ook: 'de groote ronde, de Fransche ronde, de Engelsche ronde'. Door de spelers werden knikkers in een...