Wat is de betekenis van YACHT?

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Yacht

[Eng.] jacht.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Yacht

o., snelvarend pleziervaartuig; jacht; yachtclub: roei- en zeilvereniging; yachting: het spelevaren.

2024-04-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Yacht

jacht; yacht de plaisance, plezierjacht.

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

yacht

I. (zeil)jacht; II. zeilen in een jacht.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Yacht

zie JACHT.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

yacht

(jot) (Eng.) o. soort snelzeilend scheepje.

2024-04-25
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Yacht

Jacht, dat zich voor zijn hollandse afkomst schaamt.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

yacht

o. yachts (Eng. [Ned. jacht]: pleizier-, zeiljacht).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

yacht

(Eng.), o. snelzeilend scheepje.