wortelen
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
(wortelde, heeft en is geworteld), 1. wortel vatten, zich met wortels vasthechten; 2. met of als met wortels vastzitten: lijkbleek, vast in den vloer geworteld, staart Graaf Ot hem aan (Staring); de haat is diep geworteld in zijn hart.
Wiktionary (2019)
wortelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wortel wortelen - Werkwoord 1. ergatief wortel schieten ♢ Nieuwe natuur is gworteld in de streek. 2. absoluut verankerd zijn, ingeburgerd zijn, zijn oorsprong vinden ♢ Die gedac...
Muiswerk Educatief (2017)
wortelen - regelmatig werkwoord uitspraak: wor-te-len 1. zich met wortels vasthechten in de grond ♢ de plantenstek was na drie dagen al geworteld 2. lijken alsof het met wortels vastzit ♢ de haa...
Winkler Prins (1949)
of Penen, de gele of oranjekleurige vlezige wortels van de Peen (Daucus carota) beh. tot de Schermbloemfam. In verschillende variëteiten gekweekt.
dr. ir. P. Schoorl (1938)
Wortelen zijn de onderaardsche deelen van Daucus carota. Samenstelling: eiwit 0,7-2%; vet 0,4%; koolhydraten 9,3%; ruwvezel 1,1%; aschbestanddeelen 1%; water 88%. De in den wortel aanwezige koolhydraten bestaan voor 92% uit suikers; 2,7% is dextrine; 8,1% zetmeel. De gele kleurstof der wortelen is carotine, het provitamine A.
Jozef Verschueren (1930)
('wortələn) (wortelde, heeft geworteld) 1. wortel vatten, schieten. 2. zich vasthechten : de haat wortelt in zijn hart.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: