Wat is de betekenis van woordenwisseling?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

woordenwisseling

woordenwisseling - Zelfstandignaamwoord 1. onaangenaam twistgesprek. Woordherkomst samenstelling van woord en wisseling met het invoegsel -en- Verwante begrippen woord

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

woordenwisseling

woordenwisseling - zelfstandig naamwoord uitspraak: woor-den-wis-se-ling 1. ruzie met woorden ♢ mijn ouders hadden een woordenwisseling Zelfstandig naamwoord: woor-den-wis-se-ling de woordenwisseling ...

2024-04-16
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

woordenwisseling

Ruzie. Nog vager klinkt ‘woorden’ in de frase ‘woorden hebben*’. Menige felle woordenwisseling werd gevoerd tussen ouders en kinderen, broers en zusters, patroons en ondergeschikten. Anna van Gogh-Kaulbach: Enige herinneringen. Gepubl. in Haarlems Dagblad, 23-11-57 tot 2812-57 We hebben al een paar keer ruzie gehad. Mare noemt het geen ruz...

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Woordenwisseling

v. (-en), levendige discussie ; twistgespre.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

woordenwisseling

v. woordenwisselingen ([lichte] woordentwist).

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

woordenwisseling

('wo:rdən) v. (-en) gesprek tussen personen die van verschillende gevoelens zijn en die met drift verdedigen, twist, ruzie. Syn. →: gesprek.

2024-04-16
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Woordenwisseling

zie Gesprek.