Wat is de betekenis van woonhuis?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

woonhuis

Het begrip woonhuis heeft 3 verschillende betekenissen: 1) huis om te bewonen. huis dat in zijn geheel bestemd is om bewoond te worden, in de regel als één enkele woning. 2) woongedeelte. deel van een gebouwen of een gebouwencomplex dat dient voor bewoning door de eigenaar of de gebruiker van het geheel. 3) huis van...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

woonhuis

woonhuis - Zelfstandignaamwoord 1. Een huis, woning of (Vlaams) woonst is een bouwwerk waarin mensen kunnen wonen. Woordherkomst samenstelling van woon(werkwoord) en huis

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

woonhuis

woonhuis - zelfstandig naamwoord uitspraak: woon-huis 1. huis waarin men woont ♢ een woonhuis moet aan andere eisen voldoen dan een kantoor Zelfstandig naamwoord: woon-huis het woonhuis ...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

WOONHUIS

[i]Houten huizen. [/i]Vele woonhuizen moeten in de middeleeuwen van hout opgetrokken zijn geweest. Het dak was gedekt met stro. De grote stadsbranden hadden tot gevolg, dat er tussen de huizen stenen muren werden opgetrokken. Hoofdconstructie en voorgevel bleven soms nog hout. Voorbeelden: Middelburg, Dam hoek Spuistraat (16e-eeuwse zijgevel) en Hu...