Wat is de betekenis van woning?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

woning

ruimte om te wonen. ruimte, hetzij een huis, hetzij een deel daarvan, die dient om bewoond te worden door een enkele persoon of een enkel gezin. Voorbeelden: Het was wat je noemt een zonnig appartement, de woning van mevrouw Haan. Ton Anbeek & Arie Verhagen, Over stijl, 2001 Een woning is een 'thuis' waar iemand...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

woning

woning - Zelfstandignaamwoord 1. een doorgaans afgesloten constructie waarin men kan leven In het flatgebouw waren 20 woningen gereed voor bewoning. Woordherkomst Naamwoord van handeling van wonen met het achtervoegsel -ing Uitdrukkingen en gezegden ...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

woning

woning - zelfstandig naamwoord uitspraak: wo-ning 1. gebouw dat bedoeld is om in te wonen ♢ zij zijn op zoek naar een woning Zelfstandig naamwoord: wo-ning de woning de woningen ...

2024-04-19
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Woning

Degene die in een droom z’n intrek neemt in een mooie woning, kan op een positieve verandering van z’n levensomstandigheden rekenen. Is de woning daarentegen een uitgewoond krot, dan lijden we in de waaktoestand mogelijkerwijs aan een ziekte of hebben we wat betreft onze intermenselijke relaties het nulpunt bereikt. (Zie ook ‘Huis...

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

woning

(de, -en), (i.h.b.:) 1. huis. Het duurde wel een vol uur voordat het beest [een slang] langs ‘de stoel’ die in de woning stond, uit de kamer en weer naar de appelboom kroop en daarna voor de ogen van de mensen spoorloos verdween (Bradley 1975: 18). 2. behuizing die door zijn poverheid de naam ‘huis’ niet verdient. Hij hoord...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

woning

(woon)huis.

2024-04-19
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

WONING

Van de boer (Fr.: wente). De eisen gesteld aan de boeren-IE. zijn de laatste 50 jaar veranderd. Over het algemeen leven boeren sober, ook thans nog. Ca. 1900 sliep men nog algemeen in bedsteden. Voor de boer en zijn gezin lagen de bedsteden, die met deuren konden worden gesloten, in de woonkamer. In de mooie kamer vond men bedsteden voor gasten....

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Woning

s., went(e), wenning, wenje, hûs (it), huzing(e), forbliuw (it); kleine —, yntrekje (it), krûp-yn, holderhúske (it); bouwvallige —, arke.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)