Witstok
m. (-ken), (volkst.) sukkel, iem. die van niets weet.
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Marc de Coster (2007)
(Rotterdam, verouderd) sukkel; stakker. Syn.: wietkoker. En dat noemt z’n eige koopman... Witstok, dat je d’r ben! Lorrige niksnaks!! (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: