Wat is de betekenis van Wismar?

Oostduitse zeehaven, met (1946) 42 020 inw., ligt aan het zuideinde van een door het eiland Poel beveiligde baai der Oostzee, met spoorlijnen naar Schwerin en Rostock. De bevolking bestaat vnl. van visserij, scheepvaart, handel en enige industrie. De oude Hanzestad Wismar met haar vele karakteristieke middeleeuwse bakstenen gebouwen heeft in Wereld...

stad in Mecklenburg-Schwerin a/d Oostzee, 27 000 inw.. visscherij, scheeps- en machine-industrie.

stad in Mecklenburg-Schwerin, ten N. van Schwerin aan de Oostzee. Ca. 28 000 inw. (vnl. Prot.). Visscherij, scheepvaart, handel, eenige industrie. W., gesticht in 1229, was in de M.E. een belangrijke Hanze-stad en de hoofdstad van Mecklenburg. Van 1648 tot 1803 was het in Zweedsch bezit.Van Wismar’s verleden getuigen nog vele oude bouwwerken...

Wismar - zeestad in Mecklenburg, aan de Oostzee; 24.000 inw.; goede haven, geschikt voor schepen van 6 M. diepgang en die nog uitgediept zal worden.

zee- en handelsstad in Mecklenburg-Schwerin, aan de Oostzee, 18.000 inw.; een voortreffelijke haven; machinebouw, ijzergieterij, handel; voorheen Hanzestad en sterke vesting. Bij het verdrag van Malmö, 26 Juni 1803, werd deze stad met haar omgeving door Zweden voor den tijd van 100 jaren aan Mecklenburg verpand, voor 1¼ millioen hamburg...

Wismar, de tweede zeehaven en koopstad van het Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin, ligt aan het zuidelijk uiteinde van eene door de eilanden Poel en Liepz beveiligde baai der Oostzee, is door een zijtak naar Kleinen met den spoorweg van Hagenow over Schwerin naar Rostock verbonden, regelmatig aangelegd en van vier poorten voorzien. De voornaamste...

havenstad aan de Oostzee, 7 uren g. benoorden Schwerin; 13,500 inw.; gesticht 1229; kwam 1648 aan Zweden, werd 1803 door Zweden verkocht aan Mecklenbnrg-Schwerin.

VVismarus, hoc est, prudens praepositus. vel gnarus equorum, gnarus ductandi equestres capias. Ad. Iunius.