Wat is de betekenis van winterhanden?

2024-04-20
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

winterhanden

Rode, pijnlijke en jeukende handen doordat de huid gevoelig op kou reageert, soms met zwelling en blaren. Winterhanden en wintervoeten komen meestal voor bij mensen die op koude plaatsen werken en bij mensen die ’s winters geen warme kleding dragen, bijvoorbeeld dakloze mensen en mensen die zonder goede kleding haastig de fiets op zijn gesprongen v...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Winterhanden

s.pl., kjelderige hannen.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Winterhanden

v. mv., aandoening van de bloedvaten in de handen door de inwerking van de winterkoude ; de huid wordt blauwrood en het vlees zwelt op en gaat soms zweren.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

winterhanden

v. mv. [opgezwollen, ontstoken handen in de winter).

2024-04-20
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Winterhanden

Winterhanden en wintervoeten worden veroorzaakt door veranderingen in de bloedvaten, tengevolge van inwerking van koude. De bloedvaten verwijden zich, waarvan een blauwe verkleuring van de huid het gevolg is. Meestal ziet men winterhanden en wintervoeten bij jonge menschen. Men ziet soms, dat verwanten (broers en zusters) tegelijk aan blauwroode ve...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

winterhanden

('wintәr) mv. handen door de winter gezwollen of gespleten.