Wat is de betekenis van winstgevend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

winstgevend

winstgevend - Bijvoeglijk naamwoord 1. als een bezigheid meer opbrengsten oplevert dan kosten De succesvolle zakenman had een zeer winstgevende onderneming. Woordherkomst samenstelling van winst en gevend

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

winstgevend

winstgevend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: winst-ge-vend 1. wat winst oplevert ♢ het verhuren van een zomerhuis kan winstgevend zijn Bijvoeglijk naamwoord: winst-ge-vend ... is winstgevender dan ... ...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

winstgevend

zie doel.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

winstgevend

In de verb. zonder winstgevend doel, zonder winstoogmerk (gall., naar fr. sans but lucratif). De Spionkop als vereniging zonder winstgevend doel, Knack 18/4/1973, p. 86. Ook o.a.: Verminkte sept. 1976.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Winstgevend

adj., foardielich; het is een -e zaak, it is in fetpot.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Winstgevend

bn., voordeel opleverende: een winstgevende betrekking.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

winstgevend

bn. (winstopleverend): winstgevende handel.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

winstgevend

(winst'che:vәnt) bn. winst opleverend: een -e handel.