Wat is de betekenis van winstgevend?

2023-10-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

winstgevend

winstgevend - Bijvoeglijk naamwoord 1. als een bezigheid meer opbrengsten oplevert dan kosten De succesvolle zakenman had een zeer winstgevende onderneming. Woordherkomst samenstelling van winst en gevend

2023-10-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

winstgevend

winstgevend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: winst-ge-vend 1. wat winst oplevert ♢ het verhuren van een zomerhuis kan winstgevend zijn Bijvoeglijk naamwoord: winst-ge-vend ... is winstgevender dan ... ...

Direct toegang tot alle 10 resultaten over winstgevend?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-01
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

winstgevend

zie doel.

2023-10-01
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

winstgevend

In de verb. zonder winstgevend doel, zonder winstoogmerk (gall., naar fr. sans but lucratif). De Spionkop als vereniging zonder winstgevend doel, Knack 18/4/1973, p. 86. Ook o.a.: Verminkte sept. 1976.

2023-10-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Winstgevend

adj., foardielich; het is een -e zaak, it is in fetpot.

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Winstgevend

bn., voordeel opleverende: een winstgevende betrekking.

2023-10-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

winstgevend

bn. (winstopleverend): winstgevende handel.

2023-10-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

winstgevend

(winst'che:vәnt) bn. winst opleverend: een -e handel.

2023-10-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Winstgevend

bn., voordeel opleverend.

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WINSTGEVEND

WINSTGEVEND, bn. voordeel opleverende: eene winstgevende betrekking.