willen
willen - Werkwoord 1. (modl) iets als verlangen hebben ♢ Hij wilde daarover geen uitsluitsel geven. Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: willen Oudernederlands: willen Germaans: *wiljanan Indo-Europees: *wel- Synoniemen wensen
Wiktionary (2019)
willen - Werkwoord 1. (modl) iets als verlangen hebben ♢ Hij wilde daarover geen uitsluitsel geven. Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: willen Oudernederlands: willen Germaans: *wiljanan Indo-Europees: *wel- Synoniemen wensen
Muiswerk Educatief (2017)
willen - regelmatig werkwoord uitspraak: wil-len 1. het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen ♢ hij wil weer naar school gaan 1. dat wil ik niet hebben [ik vind het niet goed]...
Hans Heestermans (1977)
willen - genegen zijn tot sexueel verkeer. Voor Meisjes die wat Triestig zyn, Om dat zy gaarne willen, Heb ik hier Ballen groot en klein, De Vrolyke Toorenwachter 43 [± 1775]. Vandaar: willigheid, ‘dartelheid’ (GALLÉE 52).
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., wolle, w o e, w o l l e n (w o l d); iets persé —, eat yn ’t hier, yn ’e holle, yn ’e kop hawwe, earne de flym op hawwe; iets beslist niet —, eat net bigrepen hawwe; iets niet —, eat forpoffe; beslist niet —, it net op ’e lea, hûd hawwe; dat wi...
M. J. Koenen's (1937)
I. wilde of wou, h. gewild (1 verlangen, begeren, eisen, wensen: zijn wil gebruiken: 2 kunnen: 3 bereid zijn om, zich niet verzetten: zullen: 4 beweren): 1. wat wil je? hoeveel wil je voor dat portret? ik wil, dat je onmiddellijk vertrekt: de leus der kruisvaarders was: God wil het: de mode wil het, zij wil het zo: ik zou wel een borreltje willen;...
Jozef Verschueren (1930)
(''willən) (wou, wilde; heeft gewild) 1. bewust pogingen doen om tot een doel te geraken : met kracht en geweld iets tilt het zwaarste; is kunnen. Gez. daar wil ik af zijn, dat weet ik niet met zekerheid te zeggen; er bij iemand niet in -, er zich aan willen onderwerpen of er niet aan willen geloven; er niet aan -, er niet toe besluiten w...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(wilde of wou, heeft gewild), 1. tot of als wil hebben, verlangen, begeren: doe wat je wilt; je moet mee, of je wilt of niet; een wil tonen of tot uitdrukking brengen: dat mocht je willen; ja, wat wil je?, het is nu eenmaal zo; zoeken: wat wil die man hier?; zich ten doel stellen: hij wil dokter worden; van zaken: mijn horloge wil niet lopen; het d...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: