Wat is de betekenis van wijten?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wijten

wijten - Werkwoord 1. ~ aan: toeschrijven aan Dat is te wijten aan het slechte overheidsbeleid. Uitdrukkingen en gezegden ♦ aan iets te wijten zijn Verwante begrippen aanrekenen, toedichten, toerekenen, toe...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wijten

wijten - onregelmatig werkwoord uitspraak: wij-ten 1. zeggen dat het daardoor komt ♢ mijnheer Roelofsen wijt het ongeluk aan zijn oude auto 1. dat heb je aan jezelf te wijten [het is je eigen schul...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wijten

v., wite, w i e t, w i t e n; wytgje; iets aan iem. te — hebben, immen eat tawite.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wijten

(weet, heeft geweten), ten laste leggen, aanrekenen, betichten van : hij weet hem zijn ongeluk, noemde hem de oorzaak van zijn ongeluk; het ongeluk was aan onvoorzichtigheid te wijten, werd veroorzaakt door ; dat heb je aan jezelf te wijten, is je eigen schuld.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wijten

weet, h. geweten (ten laste leggen, als oorzaak beschouwen, altijd ong.): het ongeluk was te wijten aan onvoorzichtigheid; dat heb je je zelf te wijten, dat is je eigen schuld.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wijten

('wijtən) (weet, heeft geweten) [~ Lat. videre, zien] 1. ten laste leggen, betichten, beschuldigen : hij weet hem zijn ongeluk; dat heb je jezelf te -. dat is je eigen schuld. Syn.danken. 2. toeschrijven : het ongeluk was te aan onvoorzichtigheid. 3. verwijten ; iemand zijn misslagen -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wijten

(weet, heeft geweten), ten laste leggen, aanrekenen, betichten van: hij weet hem zijn ongeluk; het ongeluk was aan onvoorzichtigheid te wijten, werd veroorzaakt door; dat heb je aan jezelf te wijten, is je eigen schuld.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Wijten

(Os. witi = straf), van den Germ. wt. wit = straffen. (Zie Verwezen.) Men brengt dezen wt. in verband met den Idg. wt. wid = zien (zie Weten): het kwade ziet men en straft het.