Wat is de betekenis van WIJD?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wijd

wijd - Bijvoeglijk naamwoord 1. met een brede lip 2. met veel ongevulde ruimte 3. met een groot oppervlak 4. ver 5. heel, veelvoorkomend Kachels waren vroeger wijd verspreid voor de verwarming van huizen. wijd - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wi...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wijd

wijd - bijvoeglijk naamwoord 1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant ♢ de deur staat wijd open 1. de deur wijd openzetten voor iets [er alle gelegenheid voor geven] 2. gr...

2024-04-20
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

wijd

(bn) ver BM, HP.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wijd

adj. & adv., wiid; zo — mogelijk open, yn ’t wiidst iepen; — en zijd, wiid en syd.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wijd

bn. bw. (-er, -st), 1. met grote doorsnede, ruim van opening, niet nauw : een wijde opening; een fles met. wijde hals ; de buis moet iets wijder zijn ; — (bw.) zo dat er een ruime opening is : de deur staat wijd open ; zijn ogen wijd openen ; 2. ruim, met veel ongevulde ruimte, tussenruimte : die schoenen zijn mij te wijd...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wijd

bn., bw. (ruim, niet nauw; muz. het tegengestelde van eng, zie ald.; Z.-N. als bw. a) nagenoeg, verreweg, b) ver): de wijde wereld ingaan; wijd en zijd (verspreid); Z.-N. a) dat is wijd hetzelfde, b) dat dorp ligt wijd van hier.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wijd

(wijt) bn. en bw. (-er, -st) 1. waarin men zich goed bewegen, roeren kan : een -e mantel; - en breed, aan alle zijden, alom. → gapen, oven, plas wereld. Syn.→ breed. 2. ruim : -e schoenen. 3. Taalk. open : een -e klinker. 4. ver verwijderd : dat dorp ligt van hier; naar - en zijd bekend, naar alle kanten, overal. Syn.→ allerwegen....