Wat is de betekenis van wieltjesplakker, wieltjeszuiger?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

wieltjesplakker, wieltjeszuiger

(1986) (wielr.) renner die steeds aan het wiel van een andere renner kleeft; profiteur; linkebal*; zweetdief*. Occasioneel ook in andere sporten gebruikt. • Stan Ockers was een listige Antwerpenaar, een geslepen baasje, een berekenaar, een woordbreker, een fietsendief, een meeloper, een premiejager, een heimelijke sprinter, een zesdagenzot (de...

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

wieltjesplakker, wieltjeszuiger

wielrenner die steeds aan het wiel van een andere renner kleeft; profiteur; linkebal; zweetdief. ‘Wat doe je nu?’ vroeg Vietto nors. ‘Voor wieltjeszuiger spelen of ze mee helpen achtervolgen?’ (André Blancke, Ijzeren Briek of de wielersport zal niet sterven, 1987) Er heerste een opgefokte stemming, omdat de Belgen ni...