Wat is de betekenis van wied?

onkruid. ongewenst gewas; ongewenste planten en andere begroeiing; onkruid. Is ontleend aan het Engelse woord weed 'onkruid'. Voorbeelden: Wied daarentegen is een oud woord voor 'onkruid', vergelijk wieden en Engels weed. NRC, 1995 Ook het schoolerf is flink overwoekerd door wied, omdat er geen tuin...

wied - Zelfstandignaamwoord 1. onkruid. ♢ Je moet het wied even weghalen. wied - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wieden ♢ Ik wied 2. gebiedende wijs van wieden ♢ wied! 3. (bi...

(bw) ver LC.

(het), 1. onkruid, kruidachtige wilde gewassen op ongewenste plaatsen. Bloemendaal was een grote modderpoel met gesloten huisjes en hoog wied en gras langs en uit de goten (Vianen 1972: 119). 2. het verwijderen van onkruid (wied, 1), het wieden (1,2). Het jaar 1982 kan bestempeld worden als het jaar waarin voor de eerste keer in de geschiedenis van...

gewied, onkruid uittrek, skoffel.

is de term, waarmee de planter in Sur. de in de plantages voorkomende kruidenbedekking van de grond aanduidt. Zijn de kruiden onschadelijk, dan spreekt men van zacht w., als zij hard en schadelijk zijn, zoals grassen, van hard wied.

Duits vorstelijk geslacht, genoemd naar het voormalig graafschap W., in Westfalen. Prins Wilhelm zu W. (1847-1907) huwde 1871 prinses Marie der Nederlanden (1841-1910), dochter van prins Frederik; zijn zuster Elizabeth (Carmen Sylva) werd koningin van Roemenië, zijn neef Wilhelm (geb. 1876) was in 1914 korte tijd vorst van Albanië.

voormalig zelfstandig graafschap (later vorstendom) in het gebied van het Westerwoud, behoorde aan het geslacht van Wied. Het gebied verloor in 1806 zijn „Reichsunmittelbarkeit” en werd door het Congres van Wenen aan Pruisen en Nassau toegevoegd. De hoofdstad was Neuwied.

Duitsch vorstengesl. uit Rijnland, door huwelijk v. Prins Wilhelm zu Wied met prinses Marie der Nederlanden (1871), verwant a/h Ned. vorstenhuis. Prins Wilhelm *1875, werd 1914, echter v. zeer korten tijd, koning v. Albanië.