Wat is de betekenis van wezenlijk?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wezenlijk

wezenlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. fundamenteel. Hier zien we toch wel een wezenlijk verschil. 2. echt bestaand Het is gebleken dat dat dus wel degelijk een wezenlijk dier is. Woordherkomst Afleiding van wezen met het achtervoegsel -l...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wezenlijk

wezenlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: we-zen-lijk 1. heel belangrijk, onmisbaar ♢ zij is een kind en jij bent volwassen, dat is een wezenlijk verschil Bijvoeglijk naamwoord: we-zen-lijk ... is wezenlijker dan...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wezenlijk

adj. & adv., wêzen(t)lik, wezen(t)lik; (adv.), wezenliken, winlik(en), winliks.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wezenlijk

bn. bw. (-er, -st), 1. werkelijk bestaande : een wezenlijk God; 2. werkelijk, feitelijk, essentieel, het wezen uitmakend : de wezenlijke waarde ; een wezenlijk verschil; — zelfst.: het wezenlijke van het toevallige scheiden ; het wezenlijke ener gebeurtenis; — als bw. bij een bn.: een wezenlijk gro...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wezenlijk

bn., bw. (werkelijk bestaande): de wezenlijke waarde, de wezenlijke inhoud; de wezenlijke betekenis van een woord; het is wezenlijk waar, inderdaad.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wezenlijk

('we:zənlək) I. bn. en bw. (-er, -st) 1. bestaande, werkelijk : de -e waarde ervan. 2. hoofdzakelijk ; de -e van de toevallige eigenschappen kunnen onderscheiden. II. bw. inderdaad : het is zo.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wezenlijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. werkelijk bestaand; 2. feitelijk, essentieel, het wezen uitmakend: een wezenlijk verschil; een wezenlijk deel uitmaken van: zelfst.: het wezenlijke van een gebeurtenis; stellig, inderdaad: dat is wezenlijk een groot verschil.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WEZENLIJK

WEZENLIJK,bn.bw. (-er, -st),werkelijk bestaande: een wezenlijk God; dat is wezenlijk een groot verschil; inderdaad : is het wezenlijk waar ? — hoofdzakelijk : het wezenlijke van het toevallige scheiden; het wezenlijke eener gebeurtenis, de voornaamste feiten ; — (gew.) vol leven en vlug van oogopslag: wat is dat kind reeds wezenlijk. WE...