werktuiglijk
werktuiglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: werk-tuig-lijk 1. als vanzelf, zonder erbij na te denken ♢ ze veegde werktuiglijk de kruimels van tafel Bijvoeglijk naamwoord: werk-tuig-lijk de/het werktuiglijke ......
Muiswerk Educatief (2017)
werktuiglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: werk-tuig-lijk 1. als vanzelf, zonder erbij na te denken ♢ ze veegde werktuiglijk de kruimels van tafel Bijvoeglijk naamwoord: werk-tuig-lijk de/het werktuiglijke ......
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. (w. g.) mechanisch: de werktuiglijke kunsten-, 2. met even weinig overleg (verricht) als er bij een werktuig plaats heeft; waaraan de wil geen deel heeft; zonder er bij te denken, machinaal: een werktuiglijke beweging ; werktuiglijk stak hij de handen uit.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (als een werktuig, mechanisch): iets werktuiglijk doen, zonder nadenken; iem. werktuiglijk volgen.
Jozef Verschueren (1930)
(werk'tuichlək) bn. en bw. 1. mechanisch. 2. zonder nadenken, machinaal : iemand volgen. Tgst. verstandelijk.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., met even weinig overleg (geschiedend of verricht) als er bij een werktuig plaats heeft; machinaal: een werktuiglijke beweging.
J.H. van Dale (1898)
WERKTUIGLIJK, bn. bw. mechanisch: de werktuiglijke kunsten; hetgene met even weinig overleg wordt verricht als er bij een werktuig plaats heeft; werktuiglijke beweging, waaraan de wil geen deel heeft; (fig.) zonder te denken, machinaal : werktuiglijk stak hij de handen uit. WERKTUIGLIJKHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: