werkloos
werkloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder baan zijnd 2. werkeloos, niets doend, niets verrichtend, niet werkend Woordherkomst afgeleid van werk met het achtervoegsel -loos Antoniemen werkzaam
Wiktionary (2019)
werkloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder baan zijnd 2. werkeloos, niets doend, niets verrichtend, niet werkend Woordherkomst afgeleid van werk met het achtervoegsel -loos Antoniemen werkzaam
CBS (2018)
Situatie van een persoon zonder betaald werk, die recent naar werk heeft gezocht en daarvoor direct beschikbaar is. Zie ook: Werkloze beroepsbevolking
Muiswerk Educatief (2017)
werkloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: werk-loos 1. situatie waarin iemand geen werk heeft, maar dat wel zou willen ♢ mijnheer Helmink is al geruime tijd werkloos 1. niet onvrijwillig werkloos ...
Begrippenlijst van de Algemene Rekenkamer
Werkloos ben je als je wel kunt werken, maar geen baan hebt of kunt vinden. In dit geval kan je een werkloosheids- of bijstandsuitkering ontvangen.
Winish Ganesh (2012)
Een persoon kan worden aangemerkt als werkloos indien hij minimaal vijf uren, of de helft van de uren aan arbeid heeft verloren. Indien een werkgever besluit een sollicitant aan te nemen, komt er in beginsel een arbeidsovereenkomst tot stand op grond van het Burgerlijk Wetboek. Het staat de partijen vrij om te bepalen hoe zij invulling zullen geven...
O.A.P. van der Roest (2000)
Werkloos is degene die ten minste vijf of de helft van zijn arbeidsuren per kalenderweek alsmede het recht op doorbetaling van zijn loon over die uren verloren heeft, en beschikbaar is om arbeid te aanvaarden.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., zonder werk (buiten eigen toedoen), geen werk kunnende vinden: hij is al geruime tijd werkloos.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: