Wat is de betekenis van werking?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

werking

werking - Zelfstandignaamwoord 1. de manier waarop iets werkt Mij is de werking ervan niet helemaal duidelijk. Woordherkomst Naamwoord van handeling van werken met het achtervoegsel -ing Verwante begrippen effect, functionering, uitwerking

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

werking

werking - zelfstandig naamwoord uitspraak: wer-king 1. hoe het doet waarvoor het bedoeld is ♢ hij legde me de werking van het koffieapparaat uit 2. het nut, de invloed of het gevolg ♢ deze medic...

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

werking

(de) vereniging, organisatie: plaatselijke werking, geheel van activiteiten van een organisatie. Dat is een van de meest opmerkelijke conclusies van het Rekenhof in het jongste jaarverslag over de werking van de federale overheidsdiensten. - FET, 22-11-2002. zie speelpleinwerking.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

werking

1. Activiteit, in de volg. bet.: (abstr.) werk(zaamheid) (in ’t alg.), bedrijvigheid; (concr.) een bep. werkzaamheid, verrichting, inz. als onderdeel van een programma; - ook: initiatief; - soms bep.: wijze van functioneren, werkwijze (zie bijv. de 2de aanh.). De diensten ontvangen wel subsidies voor hun werking en een deel der uitbeta...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

werking

werkverrigting, aksie; uitwerking, invloed.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Werking

s., wurking; in — zijn, wurkje, arbeidzje, gongber wêze; in — komen, geande reitsje; in — brengen, geande meitsje; een machine in, buiten — stellen, in masine yn, út it wurk sette; een molen in, buiten — stellen, in moune yn-, útslaen.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Werking

v. (-en), het werken in versch. bet.: de geregelde werking van een machine, het functionneren; een toestel in werking brengen, zetten ; — het van-krachtzijn : de wettrcedt 1 Jan. in werking, zal van 1 Jan. af gelden, worden toegepast; — uitwerking, invloed : zonder werking blijven ; de werking der zuurstof in de...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

werking

v. werkingen (het werken, uitwerking, invloed): de werking van de lucht; in werking treden, van kracht worden b.v. een wet; buiten werking (stellen); in volle werking; in werking zijn.