Wat is de betekenis van werk?

Work

werk - Zelfstandignaamwoord 1. dat wat gedaan moet worden, klus, arbeid, karwei ♢ Het werk dat moest gebeuren, is voltooid. 2. beroep ♢ Het werk van Hans is buschauffeur. 3. de plek waar men werkt, werkplek ♢ Hans kwam van...

Het werk zijner handen, dat wat hij (God) heeft gemaakt; (van een persoon) zijn werk, of de opbrengst ervan. Ook in de eerste of tweede persoon: mijner, uwer. Deze uitdrukking komt onder meer voor in Jesaja 45:11, ‘Zo zegt de HERE, de Heilige Israëls, en zijn Formeerder: Vraagt Mij naar de toekomstige dingen, vertrouwt Mij mijn zonen en het werk mi...

werk - zelfstandig naamwoord 1. het verrichten van een taak ♢ je mag onder het werk niet roken 1. werk in uitvoering [hier wordt gewerkt] 2. alles in het werk stellen om ......

(het, -en) bouwterrein, bouwplaats. - werken, bouwwerkzaamheden, werk in uitvoering. - verboden op het werk/de werken te komen, verboden toegang tot het bouwterrein.- werk op de plank, werk aan de winkel, er is nog werk.

Men neemt de dagelijkse verplichtingen en inspanningen als het ware mee naar bed, waar het onbewuste deze moet verwerken en waarbij vooral ook de psychische belastbaarheid van de dromer wordt getest. Soms verzoekt dit symbool ons ook om in de waaktoestand wat flinker aan te pakken in plaats van een beetje aan te klungelen. In overdrachtelijke zin w...

het - gaat voor het meisje zie de dienst gaat voor het meisje.

1. elk geestesprodukt op het terrein van wetenschap of kunst, ongeacht de drager waarop en de versies waarin het is vastgelegd. 2. de totale produktie van een schrijver of kunstenaar. - oeuvre.

Heel vaak werkt u in uw droom nog door wanneer u zich overdag te veel heeft ingespannen. U neemt daarvan restanten mee in uw droom. Bestaat dit directe verband niet, dan kan het in de droom verrichte werk een aanmaning zijn van uw onderbewustzijn om in het dagelijkse leven flinker aan te pakken, prestaties te verrichten die u verdrongen of voor u u...