Wat is de betekenis van wereldlijk?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wereldlijk

wereldlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name het hiernamaals of de kerk De koning vertegenwoordigde de wereldlijke, de paus de geestelijke macht. Woordherkomst Afgeleid van wereld met het achtervoegsel -lijk. Antoniemen...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wereldlijk

wereldlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: we-reld-lijk 1. niet kerkelijk ♢ de regering is de wereldlijke macht Bijvoeglijk naamwoord: we-reld-lijk de/het wereldlijke ... Synoniemen profaan Tege...

2024-03-29
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

wereldlijk

Wereldlijk (ook profaan) is de aanduiding voor alle niet-religieuze kunst.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wereldlijk

adj., wrâldsk, wrâldlik.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wereldlijk

bn., 1. tot de wereld behorende; niet-geestelijk, niet-kerkelijk : het wereldlijk gezag ; de wereldlijke overheid; het wereldlijk lied; 2. seculier.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wereldlijk

bn. (niet-geestelijk, niet-kerkelijk): het wereldlijk drama, het wereldlijk gezag; geestelijke goederen wereldlijk maken; zie s e c u l a r i s e r e n.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wereldlijk

('we:rəltlək) bn. van, betreffende, behorend tot de wereld : het gezag. Tgst. geestelijk.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wereldlijk

bn., 1. tot de wereld behorend; niet-geestelijk, niet-kerkelijk, profaan: het wereldlijk gezag; de wereldlijke overheid; 2. seculier, niet-kloosterlijk.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WERELDLIJK

WERELDLIJK, bn. tot de wereld behoorende ; niet-geestelijk, niet-kerkelijk : het wereldlijk gezag ; de wereldlijke overheid.